Schaduwgras, Poa nemoralis L., hoort tot het geslacht Beemdgras uit de Grassenfamilie. Het Schaduwgras groeit in losse pollen zonder wortelstokken op halfbeschaduwde plaatsen in struweel en loofbos. Het kan ook massaal voorkomen op kapvlakten in bossen. De tot bijna een meter hoog wordende planten vallen op door hun ijle pluim, die vaak overhangend is. In de aartjes kunnen 2-6 kleine bloemetjes voorkomen, maar soms vind je in alle aartjes maar twee bloemetjes. Na de bloei kan de pluim zich weer redelijk samentrekken.
De bladscheden van Schaduwgras zijn in tegenstelling tot de meeste beemdgrassen een beetje afgerond tot flauw gekield. De bovenste bladeren staan schuin omhoog vaak in een hoek van 60 graden met de stengel. De lange wat stijve bladen zijn hooguit 2,5 tot 3 mm breed en lopen aan het eind uit in een punt. Het voor de beemdgrassen typische bootvormige of kapvormige bladeinde is daardoor veel minder uitgesproken.
Schaduwgras heeft een groot areaal, namelijk de gematigde streken van het noordelijk halfrond. In Zuid-Afrika en zuidelijk Zuid-Amerika is het ingevoerd. In ons land is het vrij algemeen in het zuidoosten en in de binnenduinrand. Het valt in Zuid-Limburg en het gebied rond Nijmegen op doordat het in de rand van holle wegen staat en vaak aan de voet van de hellingbossen. Dat zijn plekken die wel vochtig maar niet te nat zijn en met een redelijke voedselrijkdom. Ook tref je het aan langs beekoevers.
MM_110507
Laatste wijziging 130730
Hoofdgroep:
Grasachtigen
Plantenfamilie:
Grassenfamilie - Poaceae
Plantengeslacht:
Beemdgras - Poa
Plantvorm:
gras
Plantgrootte:
0.30 - 0.90 meter
Bloeiperiode:
Juni - September
Bloemkleur:
strokleurig
Bloeiwijze:
pluim
Bloemvorm:
grasbloem
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
2 kelkkafje, 2 kroonkafje
Meeldraden:
3 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
graanvrucht of korrel
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
-
Bladstanden:
in twee rijen, nauwelijks pollen vormend
Bladvorm:
lijnvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
bijwortelstelsel
Plantengemeenschappen:
Bron, Grasland, Zoom, Muur, Akker, Ruderaal, Ruigte, Kapvlakten, Struweel, Loofbossen, Naaldbossen
Het verspreidingsgebied van Schaduwgras wordt gevormd door de gematigde en koudere streken van het noordelijk halfrond. Het is door de mens ingevoerd in het zuiden van Zuid-Amerika en in Zuid-Afrika. Het is een typische soort die in de halfschaduw goed gedijt, vandaar dat je Schaduwgras in de beschaduwde rand van bossen vindt en in bossen op plaatsen die niet in de volle zon staan.In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland wordt het beschreven als een belangrijke soort in Zoomgemeenschappen en voedselrijke loofbossen, zoals hetEiken-Haagbeukenbos. Door hieronder op de blauwe balk te klikken is een overzicht van de plantengemeenschappen in te zien waarin Schaduwgras aanwezig is. Van de blauwgekleurde gemeenschappen kan een videodeterminatie bekeken worden. Door daarop te klikken komt u op het paspoort van die gemeenschap.
De plantensoort 'Schaduwgras' komt voor in de volgende plantenassociaties:
Plantenassociaties waar de plantensoort 'Schaduwgras' in voorkomt:
07Aa2 | Associatie van Paarbladig goudveil | Pellio epiphyllae-Chrysosplenietum oppositifolii |
07Aa3 | Kegelmos-associatie | Pellio-Conocephaletum |
14Ba1 | Vogelpootjes-associatie | Ornithopodo-Corynephoretum |
14Bc1 | Associatie van Vetkruid en Tijm | Sedo-Thymetum pulegioidis |
15Aa1 | Kalkgrasland | Gentiano-Koelerietum |
16Ba2 | Associatie van Grote pimpernel en Weidekervel | Sanguisorbo-Silaetum |
18Aa1 | Associatie van Hengel en Gladde witbol | Hyperico pulchri-Melampyretum pratensis |
18Aa2 | Associatie van Boshavikskruid en Gladde witbol | Hieracio-Holcetum mollis |
21Aa2 | Muurbloem-associatie | Asplenio-Cheiranthetum cheiri |
30Bb2 | Hanepoot-associatie | Echinochloo-Setarietum |
31Ab3 | Associatie van Ballote en andere Netels | Balloto-Arctietum |
31Ba1 | Slangenkruid-associatie | Echio-Verbascetum |
31Ca1 | Honingklaver-associatie | Echio-Melilotetum |
32Aa1 | Associatie van Moerasspirea en Echte Valeriaan | Valeriano-Filipenduletum |
33Aa2 | Heggedoornzaad-associatie | Torilidetum japonicae |
33Aa3 | Kruisbladwalstro-associatie | Urtico-Cruciatetum laevipedis |
33Aa4 | Associatie van Look-zonder-look en Dolle kervel | Alliario-Chaerophylletum temuli |
33Aa5 | Zevenblad-associatie | Urtico-Aegopodietum |
34Aa1 | Wilgenroosjes-associatie | Senecioni sylvatici-Epilobietum angustifolii |
36Aa2 | Associatie van Grauwe wilg | Salicetum cinereae |
37Aa1 | Associatie van Fluweelbraam en Sleedoorn | Pruno-Rubetum vestiti |
37Aa2 | Associatie van Sleedoorn en Slankstekelige braam | Pruno-Rubetum elegantispinosi |
37Ab1 | Associatie van Sleedoorn en Eenstijlige meidoorn | Pruno-Crataegetum |
37Ac1 | Associatie van Duindoorn en Vlier | Hippophao-Sambucetum |
37Ac4 | Associatie van rozen en Liguster | Pruno spinosae-Ligustretum |
37Ac5 | Associatie van Hazelaar en Purperorchis | Orchio-Cornetum |
38Aa2 | Gele lis-ooibos | Irido-Salicetum albae |
39Aa2 | Elzenzegge-Elzenbroek | Carici elongatae-Alnetum |
40Aa2 | Zompzegge-Berkenbroek | Carici curtae-Betuletum pubescentis |
41Aa3 | Kussentjesmos-Dennenbos | Leucobryo-Pinetum |
42Aa2 | Beuken-Zomereikenbos | fa*go-Quercetum |
42Aa3 | Bochtige smele-Beukenbos | Deschampsio-fa*getum |
42Ab1 | Veldbies-Beukenbos | Luzulo luzuloidis-fa*getum |
43Aa1 | Abelen-Iepenbos | Violo odoratae-Ulmetum |
43Aa2 | Essen-Iepenbos | Fraxino-Ulmetum |
43Aa3 | Meidoorn-Berkenbos | Crataego-Betuletum pubescentis |
43Aa4 | Goudveil-Essenbos | Carici remotae-Fraxinetum |
43Aa5 | Vogelkers-Essenbos | Pruno-Fraxinetum |
43Ab1 | Eiken-Haagbeukenbos | Stellario-Carpinetum |
Schaduwgras heeft de beste condities om zich goed te ontwikkelen op plaatsen waar niet al te veel boomblad blijft liggen op de bosgrond. Daar treedt oppervlakkige uitloging van de bodem op en dat is gunstig voor dit gras.
Nog meer informatie over de ecologie van Schaduwgras en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 95.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 214.Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 270.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 284.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Póa nemorális